Waar moet je op letten als je je slijpproces wilt automatiseren? Er is een groot verschil tussen een lasproces en een slijpproces.
De urgentie van automatiseren is in de maakindustrie wel duidelijk: dé vraag waar bijna de hele maakindustrie voor gesteld wordt: “Waar haal ik de mensen vandaan die het slijpwerk willen doen. Urgentie wordt gevoeld. Het is niet zozeer de vraag óf we moeten automatiseren maar eerder hoe en met wie. Dit artikel is een verslag van de robotiseringsdagen, georganiseerd door Metaaltechniek en 3M, in samenwerking met TFT en SHL. Kenmerkend voor al deze partijen is hun focus op het slijpproces.
De aanschaf van een robot is een grote investering, met evenzo grote gevolgen voor de financiën, het gehele productieproces en de vaardigheden van de werknermers. SHL bouwt veel zekerheden in en begeleidt het gehele traject om zo de verwachtingen waar te kunnen maken.
SHL start met een bezoek op de werkvloer. Hoe werkt u nu, wat moet er bewerkt worden, hoe groot zijn de series of zijn het meer enkelstuks, welke stappen moeten er doorlopen worden, wat is de vereiste eindfinish. Maar ook wordt geïnventariseerd welke bestaande productiemiddelen prima kunnen functioneren in samenwerking met de nieuwe machines.
Daarnaast wordt een financieel overzicht gemaakt. Uiteraard is het mogelijk om te starten met een basisconcept en later modules toe te voegen.
Na een positieve eerste inventarisering volgt de haalbaarheidsstudie. Voornamelijk de techniek krijgt nu aandacht. Punten die SHL altijd onder de aandacht zal brengen zijn snelheid van werken met zeer degelijke machines, liefst met zeer grote stijfheid om trillingsarm het werk te kunnen doen. Elke trilling doet afbreuk aan het resultaat en aan de bedrijfszekerheid.
De belangrijkste aandachtspunten voor een goed resultaat zijn minimaliseren van trillingen en voldoende kracht
Verder worden opspangereedschappen en spindels besproken. Kunnen zij de krachten aan die vrijkomen?
Hulpgereedschappen worden niet vergeten. Druk- en tolerantie verschillen dienen gecompenseerd te worden. Met camera’s worden controles gedaan of posities bewaakt. Met AI wordt het mogelijk elke mogelijke fout te detecteren en volautomatisch te herstellen. Ultrasone sensoren meten openingen of toleranties op zetwerk of lasdiktes om hierna het slijpprogramma aan te passen.
De robot en alles wat hierbij nodig is, inclusief alle veiligheidsmaatregelen, worden ingetekend op een plattegrond. Er worden simulaties gemaakt die de impact op de werkvloer weergeven. Op deze manier worden knelpunten en bottlenecks in kaart gebracht en problemen rond de plaatsing zoveel mogelijk voorkomen. Dan wordt ook de output nauwkeurig bepaald, eventueel door fysieke testen van deelprocessen..
Kies je voor het implementeren van een robot, verzamel dan eerst de juiste partners bij elkaar. Expliciete kennis van de hardware, software, hulpstukken, machines en schuurmiddelen is essentieel. Op dit moment is er geen integrator die al deze expertises op hoog niveau in huis heeft.
3M heeft speciaal een robotiserings-divisie opgezet om kennis op te doen en te delen met integrators als SHL en TFT. Het lijken simpele details: welke schuurband zetten we in? Maar met een foute keuze kan een heel concept in het water vallen. Doe eerst gedegen onderzoek naar de strategie en het gebruik van een schuurapplicatie. Mogelijkheden en onmogelijkheden kunnen in het 3M CAT centre in Neuss in de praktijk getest worden.
Kiezen voor robotslijpen heeft ook invloed op de keuze voor de te gebruiken schuurmiddelen.
Een belangrijk voordeel van robotslijpen is de reproduceerbare finish en de constante kwaliteit. Ook als het uitgangsmateriaal grote toleranties heeft. Om het beste resultaat te bereiken is het noodzakelijk dat de gebruikte schuurmiddelen ook die eigenschappen in zich hebben. Een gelijkmatig slijtagepatroon en een finish die tot het einde van de levensduur constant gelijk blijft. De Trizact en CubitronII producten van 3M zijn daarom bij uitstek geschikt voor gebruik op een robot. Hetzelfde geldt voor Scotch Brite producten zoals Bristle Discs of unitized wielen.
Flexibiliteit in een productieomgeving is zeker bij kleinere series onmisbaar. Thomas Sneijder laat zien hoe eenvoudig een cobot is te programmeren, maar laat ook zien dat slijpen andere voorwaarden vraagt dan lassen. Continue gelijke kracht leveren, en daarbij compenseren voor oneffenheden, vergt veel van een cobot. Daarom kiest TFT altijd voor de Doosan Cobots die zijn voorzien van krachtopnemers in alle assen, en nauwkeurig tot 0.2N.
Een cobot heeft een aantal voordelen ten opzichte van manueel of robotslijpen. Een cobot levert altijd constante prestaties, kan langdurig ingezet worden en draait z’n arm niet om voor vies werk.
Hij werkt veilig samen met een medewerker aan dezelfde werkbank.
Ten opzichte van een robot neemt een cobot minder ruimte in, zijn er geen aanvullende veiligheidsmaatregelen nodig en het vraagt een lagere investering. Ook het programmeren van een cobot is eenvoudig te leren. Wel is de payload van een robot hoger en werkt een geprogrammeerde robot compleet zelfstandig en mag met hogere snelheid werken.
"Samen op weg naar de perfecte finish" is onze slogan. Het kan geen toeval zijn dat in alle drie de presentaties van onze partners ook deze slogan terug kwam. Het kiezen van de juiste partners is essentieel voor een succesvol eindresultaat. De animo van onze klanten was groot. De Nederlandse maakindustrie maakt stappen in automatiseren, we zullen wel moeten. Maar wat is het ook boeiend en leerzaam om daarmee aan de slag te gaan.
Wij danken 3M voor de perfecte verzorging en gastvrije onthaal!
Benieuwd wat Thomas Snijders van TFT van deze dag vond? Bekijk hier zijn terugblik: