Het juiste gebruik van een doorslijpschijf heeft een enorme invloed op de levensduur van de schijf, warmte-inbreng in het materiaal en snelheid van werken. Lees er alles over in ons whitepaper.
In elke werkplaats ligt wel een haakse slijper met een doorslijpschijf. Even een stuk staal afslijpen of een buis doorslijpen, het gebeurt meerdere keren per dag. Misschien is de doorslijpschijf wel het meest gebruikte stukje gereedschap. Omdat de snijschijf zo vaak gebruikt wordt, is het van belang om aandacht te blijven geven aan het juiste gebruik hiervan. Vanuit het oogpunt van veilig werken is de aanwezigheid én de stand van de beschermkap belangrijk. Vaak wordt de beschermkap als een belemmering gezien, het ontneemt het juiste zicht op het werkstuk. Maar met de correcte stand van de beschermkap is deze accessoire juist een heel fijn hulpmiddel! Het voert de vonken die vrijkomen bij doorslijpen van de persoon af, wat juist veel meer rust geeft en veiliger is.
Het vermogen van de machine heeft invloed op zowel de snelheid van werken als op de levensduur van de schijf.
DownloadHet vermogen van de machine heeft invloed op zowel de snelheid van werken als op de levensduur van de schijf.
DownloadWerk je met een duwende of trekkende beweging? Dat heeft namelijk weer invloed op de hitte die ingebracht wordt en daarmee op de verkleuring van het metaal. Het zogenoemde pendelen, heen en weer bewegen met de machine, is de beste manier om zo min mogelijk hitte in te brengen.
Voor dikker plaatmateriaal is het beter een 1,6 mm dikke doorslijpschijf te gebruiken. Bij doorslijpen klemt de schijf tussen het metaal om daar zijn werk te doen. Een dunne snijschijf bevat minder schuurkorrels dan een dikke schijf en zal daarom eerder verstoffen. Een dikkere slijpschijf bevat meer korrels op de zijkant, hij blijft dus snijden.